Dopen
Dopen is geloven dat God een mensenleven draagt niet alleen als het opbloeit, maar ook bij verdriet en in gevaar. Dopen gebeurt met water. Water is nodig om te groeien. De christelijke doop is er een teken van dat mensen bij Jezus horen. Het is een teken van een nieuw begin. Wie gedoopt is hoort van nu af bij al die mensen die samen de kerk vormen.
Doopdienst
In de kerk is een doopvont te vinden. Bij een doopdienst wordt wat water uit het doopvont over het hoofd van de dopeling gesprenkeld.
Bij de doop spreekt de dominee de naam van de dopeling hardop uit. Hij verbindt die voorgoed met de naam van God. Met de naam van God de Vader, die mensen niet alleen laat. Met de naam van Jezus, Gods Zoon, die zegt 'heb elkaar lief'. Met de naam van de heilige Geest, die inspiratiebron van het leven is. Met een handoplegging bekrachtigt de dominee de doop.
Bij een doop worden ook vragen gesteld. Niet alleen aan de dopeling zelf of aan de ouders, maar ook aan de mensen in de kerk. Want de dopeling is van nu af aan opgenomen in de kerkgemeenschap en zijn of haar naam wordt opgeschreven in het doopboek. Door 'ja' te antwoorden op de vragen laat iedereen die bij de doop aanwezig is hardop horen dat hij of zij ermee instemt.
Als herinnering aan de doop krijgen dopelingen een doopkaars mee met daarop hun naam en de datum van de doop om aan te steken als er iets te vieren is, maar ook als het donker is. De vlam van de kaars is een teken van Gods licht dat niet dooft.
Dopen is niet alleen iets voor kinderen die pas geboren zijn, je kunt op elke leeftijd worden gedoopt.
De doop wordt in de Dorpskerk bediend. De doopzitting, waar de ouders samen worden verwacht, wordt doorgaans gehouden 10 dagen voor de doopzondag in de consistoriekamer van de Dorpskerk. Nadere gegevens worden altijd tijdig in het Gemeenteblad "Contact" meegedeeld. In principe wordt er gedoopt op de 1e zondag van de maand. Indien een doopdienst is gewenst, wordt u verzocht contact op te nemen met de wijkpredikant.