Speciale gelegenheden
Het kerkelijk jaar geeft uitdrukking aan het gedenken van Gods heilsdaden door de gang van het jaar. Hoe en wanneer het kerkelijk jaar is ontstaan, valt niet precies na te gaan. Oorspronkelijk werden de Joodse feesten gevierd en kende men alleen aan de eerste dag van de week (de dag van de opstanding, zondag) een Christelijk karakter toe. We onderscheiden drie hoofdgeledingen in het kerkelijke jaar: de Kerstkring, de Paaskring en de tijd na Pinksteren.
Advent
Het kerkelijk jaar begint met de Kerstkring. Hiervan vormt de Adventstijd, sinds de vijfde, zesde eeuw het eerste deel. Het is de voorbereidingstijd op het Kerstfeest. Vóór die tijd werd het geboortefeest van Christus op 6 januari gevierd. Aanvankelijk werd Kerst voorbereid door een wisselend aantal zondagen (vijf of zes). Sinds de elfde eeuw zijn er in de Westerse kerk vier adventszondagen ter voorbereiding op het Kerstfeest. Advent komt van het Latijnse woord "adventus", dat "komst" betekent. Het karakter van Advent is dat van inkeer, verwachting en voorbereiding. Oorspronkelijk was de Adventstijd zelfs een vastentijd!
Kerst
Oorspronkelijk vierde de kerk het geboortefeest van Christus niet op 25 december, maar op 6 januari. De Oosterse kerk houdt zich nog steeds aan de laatstgenoemde datum. In het midden van de vierde eeuw heeft de Westerse kerk het Kerstfeest gecombineerd met het heidense feest van de zonnewending (de dagen worden dan weer langer), waardoor de datum van het feest wordt verlegd naar 25 december. Daarmee is tevens aan dit feest een nieuwe Christelijke inhoud gegeven. In de Westerse kerk wordt op 6 januari "Epifaniën"gevierd: het feest van de verschijning van de Heer. Kerst is het hoogtepunt van de Kerstkring. Deze kring wordt afgesloten met de zondagen van de verschijningen die tot 70 dagen vóór Pasen duren. De Kerstnacht wordt in Berkel en Rodenrijs gevierd onder de gezamenlijke verantwoordelijkheid van de kerkenraden van de Hervormde Gemeente en de Gereformeerde kerk.
De Veertigdagentijd
De Veertigdagentijd begint op Zondag ná Aswoensdag en duurt, zoals het getal al aangeeft, veertig dagen. In deze voorbereidingstijd vóór Pasen tellen we zes Zondagen. Veertig is een bijzonder getal in de Bijbel: de regen van de Grote Vloed, Israël in de woestijn, Mozes op de Sinaï, Elia op weg naar de Horeb, Jezus in de woestijn. Het getal veertig geeft in de Bijbel de betekenis van inkeer en voorbereiding aan. Van oorsprong was de eerste helft van de Veertigdagentijd meer gericht op de voorbereidingen van bekeerlingen op hun doop in de Paasnacht. In de tweede helft viel de nadruk meer op de lijdende Heer zelf.
Daarnaast is er in de reformatorische kerken een traditie waarin naar aanleiding van de zeven kruiswoorden zeven zondagen voor de Goede Vrijdag het lijden van Christus in de verkondiging centraal wordt gesteld. Men spreekt in dat kader van de zeven 'lijdenszondagen'. In onze gemeente worden de termen veertigdagentijd en lijdenstijd door elkaar gebruikt.
De laatste jaren kan men in de stille week iedere avond ter kerke. Naast de eredienst op Goede Vrijdagavond worden er gedurende de gehele week – dus ook Witte Donderdag, Stille Zaterdag - vespers gehouden, deels gezamenlijk met de Gereformeerde Kerk.
Pasen
Pasen is het oudste Christelijke feest. Pasen komt van het Hebreeuwse "Pesach", dat "voorbijgaan" betekent. Het is een herinnering aan het feit, dat de doodsengel in de nacht van de uittocht uit Egypte (Exodus) overal voorbijging waar het bloed van een geslacht lam aan de deurposten gestreken was. De Christelijke Paasviering gedenkt aan dezelfde geschiedenis van God en Zijn volk. Pasen is het gedenken van het lijden en sterven van Jezus Christus en de overwinning op de Dood. Hierdoor heeft Hij zijn volgelingen bevrijd en op weg gezet naar een hoopvolle toekomst.
Hemelvaartsdag
Voor de eerste Christenen waren Hemelvaart en Pinksteren één feest. De scheiding voltrok zich in de loop van de vierde eeuw. Lucas verhaalt in Handelingen 1 van Christus' Hemelvaart als een gebeurtenis, dat op de veertigste dag na Pasen plaats vond. Hemelvaart wordt beschouwd als de troonsbestijging van de Heer.
Pinksteren
In zeven weken wordt de tijd tussen Pasen en Pinksteren overbrugd. Pinksteren komt van het woord "pentecoste", dat "vijftigste dag" betekent. Hier wordt dan de vijftigste dag ná Pasen bedoeld. Deze periode van vijftig dagen heeft de kerk van Israël overgenomen. In Israël was het een oogstfeest, waarop het eerste brood van de nieuwe oogst werd gebakken en geofferd. Later is het ook het feest van de verbondsvernieuwing. In het Christendom is dit feest, als oogstfeest voor de Heer, vrij laat ontstaan. Pinksteren is het feest, waarop de Christenheid gedenkt dat de Heilige Geest over de gemeente van Jezus Christus werd uitgestort en de stichting van de kerk te Jeruzalem plaats vond. Pas in de vierde eeuw verkreeg deze feestdag zelfstandige betekenis als het feest van de uitstorting van de Heilige Geest. Aanvankelijk werd het feest beschouwd als afsluiting van de Paastijd.
Het Heilig Avondmaal
Het Heilig Avondmaal wordt 5 maal per jaar gevierd.
Ook in Woonzorgcentrum Hergerborch en Woonzorgcentrum Huize Sint Petrus wordt regelmatig het Heilig Avondmaal gevierd.
Voor ernstig zieken en voor mensen die aan huis zijn gebonden is het mogelijk om het Heilig Avondmaal thuis te vieren, één en ander in overleg met de wijkpredikant.